Mijn droom

portret Henk Glazenburg

Henk Glazenburg [60]
Roodehaan

Henk droomt van rust in zijn hoofd, van een leven zonder deadlines en van een klein houten huisje aan het Reitdiep. Henk is een echte stadjer, opgegroeid aan de Korreweg. ‘Ik hou eigenlijk helemaal niet van het platteland.’ 

Hij deed de HTS en begon een bouwbedrijf. Hij maakte de dromen van veel opdrachtgevers waar. Mooie grote huizen met een houten skelet. ‘Ik wilde duurzame huizen bouwen. Huizen die ademen, net zoals een goede regenjas. Dat is fris en behaaglijk tegelijk. Ik vind bovendien dat een huis na zo’n tachtig jaar bewoning zonder blijvende negatieve sporen in het milieu gesloopt moet kunnen worden. Dat die huizen dan weer plaats maken voor iets nieuws of dat de vrijgekomen ruimte aan de natuur teruggegeven wordt.’ 

‘Tijdens het verbouwen van mijn eigen huis woonde ik twee keer langere tijd in een caravan. Dat beviel me prima. Lekker overzichtelijk leven. In mijn achterhoofd zweefde altijd de wens van een eigen camping.’
Op een gegeven moment waren Henk en zijn vriendin moe van alle drukte. Van deadlines en van dingen die moeten. ‘We verlangden allebei naar een rustiger bestaan. Toen kwam die campinggedachte weer bovendrijven.’ 

Lang verhaal kort. ‘Ik verkocht mijn huis en bedrijfspand en kocht de camping in Roodehaan.’ Het werd een moeilijke overgang. ‘Er stonden veel stacaravans aan het water. Dat wil ik niet. Die prachtige plek moet toegankelijk zijn voor alle gasten. Dus ik moest die mensen de huur gaan opzeggen. Ze raakten hun vaste stekkie kwijt en werden boos. Heel begrijpelijk. Zakelijk is het een heel eenvoudig gegeven dat je de bedrijfsvoering verandert, maar het werd een emotionele kwestie. Dat heeft me meer gedaan dan ik had verwacht.’

‘Ondertussen zijn Karline en haar zoon hier ook komen wonen. Dat is nog even wennen. We hebben nooit eerder met elkaar samengewoond.’ Ze waren jarenlang buren in Beijum. ‘Daar woonden we in een gezellig buurtje waar iedereen elkaar kent. Dat soort gezelligheid is hier niet. Maar hier hebben we in de zomer de aanloop van de kampeerders.’ Henk mist de stad niet, ondanks het feit dat hij eigenlijk niet van het platteland houdt. ‘Maar kijk, hier is het toch wel heel mooi! Karline zwemt elke dag in het Reitdiep. Ik vind het zelf al snel te koud.’ Hij heeft een zeilboot in het water liggen, maar nog geen tijd gehad om te varen… ‘Maar ik heb hem nu wel al helemaal schoongemaakt.’

Reitdiep

Het woonhuis bij de camping is niet duurzaam gebouwd. ‘Ik heb overwogen om een klein houten huisje voor ons aan het water te bouwen. Dat blijft een droom want er is nog zoveel ander werk op de camping te doen.’ Vrienden van Henk vinden het trouwens onbegrijpelijk dat hij op zijn zestigste hier nog aan begint. ‘Ik wil nou eenmaal creëren en kan me niet voorstellen dat ik daarmee stop. ik blijf zoeken naar de dingen die ik leuk vind.’

Een prachtplek voor een klein houten huisje voor onszelf

Het afgelopen jaar is er van een rustiger leven nog helemaal niks terechtgekomen. Keihard werken, plannen maken en uitvoeren. Toch weer deadlines… ‘Tja die druk, dat zit in mijn hoofd.’ Het wordt nog een hele kluif om daar los van te komen. 

Het begin is er nu. ‘We hebben een mooie eerste zomer gehad met veel campinggasten. Mensen die veel creativiteit meebrachten. Ik wil hier zelf ook wel graag gast zijn!’