Thuis wordt steeds kleiner

portret geurt busser

Geurt Busser [74]
Warffum

‘Toen ik twintig was bedacht ik hoe ik wilde leven. Het is precies geworden zoals ik het toen voor me zag: wonen aan het water, varen en schilderen. Ik woon sinds 1973 in Warffum aan de haven. Ik had al goede vrienden in Warffum en stond in 1969 op de Kunstmarkt van Op Roakeldais. Het huis is dertig meter lang. Vijftien meter om te wonen, vijftien meter voor mijn atelier, galerie en werkplaats.’

Omdat zijn ouders jarenlang met tbc in het sanatorium Beatrixoord in Appelscha lagen, groeide Geurt op bij zijn grootouders op het Friese platteland. Later gaat hij met zijn ouders in Haren wonen. Eenmaal zelfstandig verhuisde hij naar een bovenhuis in Groningen, in een gemoedelijk volksbuurtje achter het hoofdstation en het Leger des Heils. ‘Ik was toen niet veel thuis. Ik was altijd onderweg op mijn Norton. Basel, Amsterdam, Denemarken.’ Zijn kat kon zelf met een touwtje de deur naar buiten opendoen en de buurman trok de deur dan wel weer dicht.

Vanuit Warffum ging Geurt varen om te schilderen. ‘Ik houd het visserijschema aan: twee tweedaagse reizen, een dag onderhoud schip, weekend aan de wal voor mijn galerie. Op het ritme van de getijden vaar ik elke week twee keer met de vloot mee het haventje van Noordpolderzijl uit, de ene week met nachttij, de andere week bij dagtij.

In de winter vaart hij meestal op het Lauwersmeer. ‘Dan schilder ik vanaf het eilandje Senneroog de zonsondergang richting Ee. Dan koers ik in het donker naar Stropersgat om de zonsopkomst richting Vierhuizen te schilderen.’ Weer of geen weer, elke lucht is de moeite waard. ‘Ik ben thuis op zee, het Lauwersmeer, het Reitdiep en in Warffum. Het visserijschema past mij precies. Ik kan niet zonder de wal. Af en toe moet ik mensen om me heen hebben. Ik ben ondermeer stamgast in ’t Zielhoes in Noordpolderzijl.’

Vanaf het water schildert hij het land en de lucht. ‘Uit de verte herken ik elke kerk- en vuurtoren. Dit zijn belangrijke historische landmerken.’ Het is niet te verteren dat de horizon vervuild wordt met windmolens. Die weigert hij dan ook te schilderen. Er worden ook wel zeebakens afgebroken. Zo is het vogelhuis bij Rottumerplaat verdwenen. Zonder gps wordt het daardoor steeds moeilijker om je weg op het water te vinden. Wat hem ook mateloos irriteert is dat er overal informatiebordjes staan waarop te lezen is wat je op die plek zou kunnen zien. ‘Waar is het zelf kijken en ontdekken gebleven? Reizen is verworden tot afstand afleggen. Er is niks avontuurlijks meer aan!’

In 2017 maakte hij zijn laatste aquarel van Het Waarhuis van Aduarderzijl aan het Reitdiep. ‘De zon gaat precies in de bocht onder. Dat plekje schilder ik al vijfendertig jaar. Nu staat er een windturbine. Daar kom ik niet meer.’ Het thuis van Geurt wordt steeds kleiner. ‘Je kunt niet meer rustig kijken met al het gedraai en lawaai van die molens.’

Toch maakt hij nog steeds driehonderd aquarellen per jaar. Tweehonderd voor de kachel en honderd goede. Ondertussen voert hij sinds jaar en dag actie om de door hem gehate ontwikkelingen in het landschap te stoppen. Met een grote tentoonstelling van zijn werk in het provinciehuis Groningen hoopt hij bestuurders aan te zetten tot bedachtzaamheid bij beslissingen die de historische omgeving aantasten. ‘Past de voorgenomen verandering wel in het landschap zoals je dat in mijn schilderijen ziet? Actievoeren is onderdeel van het vak geworden. Het is een van de nadelen, dat wel. Maar het landschap is mijn atelier, mijn thuis en daar zal ik altijd voor staan.’